Veelgestelde vragen webinar maart 2022
In het webinar Sociale contacten van mensen met Ernstig Meervoudige Beperkingen (EMB) van maart 2022 zijn veel antwoorden gegeven op vragen van kijkers. We konden helaas niet alles tijdens de uitzending beantwoorden. Hieronder vind je de andere vragen en antwoorden!
Sociale contacten
-
Dat is iets dat de begeleiders moeten creëren. Zij zetten dat in het weekprogramma van de cliënten. De activiteiten verschillen per cliënt. Voor de ene cliënt is wandelen in de buurt voldoende. Terwijl een andere cliënt iedere week mee wil naar de markt. Als je elke week samen met je cliënt fruit koopt bij dezelfde kraam, komt er herkenning. En via de begeleiders ook vaak contact met de marktkoopman en soms ook met klanten. Misschien is er een Cruyff court op het woonzorgpark waar kinderen uit de buurt komen sporten en spelen. Waarom zou je daar niet 1 of 2 keer per week 10 minuten gaan kijken met een cliënt?
-
Begin bij de persoonlijk begeleider van je zoon. Die heeft misschien ideeën. Als je kind op een woonzorgpark van 's Heeren Loo woont, zijn er vrijwilligerscoördinatoren. Andere woonzorgparken hebben dat ook vaak. Je kunt een afspraak maken om samen te kijken naar de vraag van je zoon. De vrijwilligerscoördinator kan kijken of er een vrijwilliger is die iets kan betekenen. Je kunt bij de persoonlijk begeleider van je zoon navragen wie je kunt benaderen. Of misschien maak je deel uit van een kerkgenootschap. Veel kerken hebben een fantastisch netwerk aan vrijwilligers. Een oproep in een plaatselijk krantje of via sociale media doet soms ook wonderen. Een andere optie kan zijn om te zoeken vanuit gezamenlijke interesses. Heeft je zoon een hobby of een specifieke interesse? Neem dat als uitgangspunt en ga op zoek naar iemand die deze interesse deelt.
-
Dit is zo'n mooi initiatief! En het mes snijdt aan twee kanten. Dit geeft mensen de kans op een woning tegen een gereduceerd huurtarief. Zij doen daarnaast een aantal uur vrijwilligerswerk. Voor zover wij weten is dit niet binnen 's Heeren Loo.
Naar tiny houses is geen onderzoek gedaan, maar wel naar ‘omgekeerde integratie’ door Eleonora Venema (2016). Zij promoveerde op dit onderwerp. Omgekeerde integratie houdt in dat een zorgpark voor mensen met een verstandelijke beperking wordt omgevormd tot een woonwijk. Daar wonen mensen met en zonder een verstandelijke beperking samen. De verwachting was dat de sociale integratie van mensen met een verstandelijke beperking makkelijker tot stand zou komen in deze wijk.
De resultaten van Venema's onderzoek laten zien dat die verwachting niet wordt waargemaakt. Een mogelijke oorzaak is dat begeleiders, omwonenden en verwanten verschillende opvattingen hebben over sociale integratie. Omwonenden denken bij sociale integratie voornamelijk aan oppervlakkige contacten. En de begeleiders hebben vaak grotere verwachtingen, zoals vriendschappen of koffiedrinken bij de buren.
Oppervlakkige contacten lijken wel plaats te vinden, maar de grote verwachtingen zijn vaak niet haalbaar voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking of een verstandelijke beperking met gedrags- of psychiatrische problemen. Er komen ook optimistische resultaten uit het onderzoek. Zo blijken omwonenden in zo’n woonwijk positief te zijn over sociale integratie. -
Dan ben je toch al snel aangewezen op vrijwilligers. Praat hierover met je vrijwilligerscoördinator.
-
Ja zeker. Als je werkt met oudere EMB-cliënten zie je soms dat de familie een afwachtende houding aanneemt. Zij vinden vaak alles goed, omdat - zoals ze zelf zeggen - de begeleiders het beter weten. Dat komt omdat die familieleden vroeger te horen kregen dat wij het als professionals beter wisten en dat zij alles aan ons moesten overlaten. Er was toen geen sprake van samen kijken of driehoekskunde. Nu willen we ineens dat diezelfde familie met ons meepraat en hun wensen kenbaar maakt. Dat zit niet meer in hun systeem. Dat zijn ze niet gewend. En soms duurt het dan ook even voordat je de input krijgt die je wilt.
-
Het gaat niet zozeer om een breed sociaal netwerk, maar om een sociaal netwerk. Het gaat om de kwaliteit van het sociaal netwerk en die kwaliteit kan ook goed zijn met een klein netwerk. Ieder mens heeft iemand nodig die onvoorwaardelijk van hem of haar houdt. Die er voor je is. Een begeleider kan ook een gedeelte van die liefde geven, maar als ze van baan veranderen verdwijnen ze weer vaak uit het leven van de persoon met EMB.
-
Jazeker, we hebben op de dagbesteding af en toe een miMakker clown. Maar ook poppentheaters en contacthonden. Dit verschilt per locatie.
-
Heel concreet: ga maar eens een dag op een stoel zitten (of in een rolstoel) waarbij je niks mag zeggen of gebaren. Laat het mensen vooral ervaren! Zo kan je nieuwe collega's of stagiaires ook in een rolstoel zetten en kantel de rolstoel dan maar eens zonder wat te zeggen. Daarna vergeet die nieuwe collega nooit meer om even een hand op de schouder van de cliënt te leggen voordat de rolstoel gekanteld wordt.
Je nieuwe collega in de tillift hangen is ook een mooie les. En mocht je over een plafondsysteem beschikken, hang je nieuwe collega dan aan het plafondsysteem en in de losse tillift. Daar zit namelijk voor de persoon die ermee verplaatst wordt een heel groot verschil in. Helemaal leuk is het als je een cliënt dan de tillift laat bedienen. Op die manier helpt de cliënt iemand in te werken. -
Het spel over sociale contacten bij EMB kun je gebruiken. Wat ook goed werkt: op een groot vel papier een stamboom maken.
-
Verwanten weten hier vaak veel over te vertellen, dus bevraag hen ook. Verder is het ook experimenteren. Probeer eens iets heel anders. Brainstorm erover met het team, kijk wat er in de buurt te doen is. Wees vooral niet te bang om nieuwe dingen te proberen. En kijk ook goed. Mensen met EMB kunnen vaak goed aangeven wat ze niet willen.
Vaak is het een kwestie van uitproberen, goed observeren en natuurlijk herhalen. Hulp inroepen van gedragswetenschappers is natuurlijk een logische stap. Gebruik datgene wat de cliënt wel kan. Kan de cliënt zijn vingers bewegen, dan kan hij of zij misschien leren om iets aan te wijzen. Als dat lukt, kan je kijken of de cliënt kan kiezen door twee keuzes te geven en door middel van wijzen zelf aangeeft wat hij of zij wil.
Om de zelfstandigheid te vergroten, gebruiken wij vaak de ‘power switch’. Een schakelkastje dat je tussen ieder elektrisch apparaat kan zetten. Door op een knop te drukken, kan de cliënt het elektrische apparaat aan en ook weer uitzetten. Vooral erg leuk met de staafmixer. De cliënt drukt op de knop en de staafmixer doet zijn werk. Maar zodra de knop niet meer ingedrukt is, stopt de staafmixer. Dan is het wachten tot de cliënt de knop weer indrukt. Zo helpt de cliënt echt in de keuken. De power switch kan ook een föhn bedienen. Daarmee kan de cliënt meehelpen met haren föhnen maar bijvoorbeeld ook een lichte bal over de tafel blazen. -
De visie in de kern: in 2030 heeft Nederland een samenleving waarin mensen met een beperking kunnen meedoen. Een samenleving waarin zij een betekenisvol eigen leven kunnen leiden, ongeacht de zwaarte van hun beperking. Dat is onze droom, het hart van onze visie. De invulling van wat een betekenisvol leven is, zal heel verschillend zijn.
In het visiedocument beschrijven ze al dat onze (geliefde) doelgroep toch nog (te) weinig zichtbaar is in de maatschappij. Dit kwam ook duidelijk terug in het onderzoek van Aafke Kamstra, waarin de maatschappij als een belemmering werd ervaren. Ook bij andere doelgroepen (zoals LVB) is er al veel onderzoek gedaan naar netwerken.
-
Moeten is direct zo heftig toch? Binnen een team zijn er altijd mensen die hier beter in zijn. Zet die mensen vooral aan het denken en kom zo samen tot plannen. Het is natuurlijk wel zo dat uitbreiden van de netwerken niet vanzelf gaat. We zullen dus zeker actie moeten ondernemen en misschien ook wel echt andere dingen moeten doen.
-
Het begrip kansen staat vooral voor alle mensen die je (nog) niet kent en mogelijk wel zou kunnen leren kennen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bijwonen van de repetities van het plaatselijke orkest voor iemand die van muziek houdt. Misschien kan het zo geregeld worden dat iemand een keer met mag meedoen door (samen) op een trommel te slaan. Of juichen bij de plaatselijke voetbalclub, waar schreeuwen een prachtige functie kan hebben. Zorg ervoor dat mensen met EMB gezien worden. Plaats ze (waar mogelijk) in de maatschappij.
-
Idealiter zou dit onderdeel moeten zijn van de basiszorg. Maar soms kan het helpen om een gezamenlijke start te maken. Stel het thema eens een jaar lang centraal. Zorg dat er van iedere cliënt een cirkel komt. Bepaal dan samen met dat netwerk wat jullie daarvan vinden en stel kleine doelen op. Deel successen met elkaar.
Of speel het spel sociale contacten.
Of bespreek het in het multidisciplinaire overleg (MDO). Dan kan je samen met de familie kijken of het goed is, of er contacten verwaterd zijn, of dat het netwerk verstevigd of uitgebreid moet worden.
Methodieken en training
-
Bij Programma Perspectief (voorheen methode Vlaskamp) staat de relatie centraal om zo de persoon te kunnen leren kennen. Omdat je erachter wilt komen welke ondersteuning aansluit bij de vraag en behoeften van deze persoon. Zodat het kind of de volwassene met EMB zich optimaal kan ontwikkelen. Programma Perspectief werkt met kleine werkdoelen. ’s Heeren Loo verzorgt trainingen voor begeleiders, therapeuten en ouders.
Binnen de Triple C methodiek is het één van de drie belangrijkste pijlers.
-
Ja, binnen Mijn Leeromgeving (MLO) van 's Heeren Loo staat de training Sociale Netwerken vermeld. Maar ook geïnteresseerden van buiten 's Heeren Loo kunnen zich aanmelden voor deze training.
Prikkelverwerking
-
Dat hangt af waarvoor je iemand inzet. Soms gaat het ook alleen om de activiteit. En maakt het voor de persoon niet uit wie er achter hem of haar op de rolstoelfiets zit. Zolang er maar gefietst wordt. Vaak weet je als ouder of begeleider al wel wat het beste is voor de persoon. Hoeveel hij of zij aan kan. Maar samen met een gedragswetenschapper kan je hier ook naar kijken.
-
Zorg dat de randvoorwaarden goed zijn voordat je contact aangaat met die persoon. Zorg dat de omgeving veilig is. Dat je weet wat de cliënt op dat moment aan kan. Zorg dat er geen afleiding is. En probeer het klein te houden. Denk bijvoorbeeld aan sensopatische activiteiten zoals massages, fijne geuren, samen naar muziek luisteren etc. Vertel wat je gaat doen. Houd het voorspelbaar. Neem de tijd, zodat wat je laat zien en wat je zegt binnen kan komen. En de cliënt het kan verwerken. Werk met herhaling, dat geeft duidelijkheid. Als de persoon met EMB weet wat er gaat gebeuren en zich veilig voelt, durft hij of zij eerder mee te doen.
-
Het blijft belangrijk om dit per individu te bekijken. De een vindt het geweldig om op een overvolle tribune te zitten, terwijl de ander juist optimaal geniet van een rondje op de rolstoelfiets. Of van een kopje koffie met een tompouce op een terras. Iedereen heeft andere behoeftes. Neem dat als uitgangspunt en wees tegelijkertijd niet te bang om te experimenteren.
Onderzoek
-
Nee, dit onderzoek is voor de uitbraak van het corona-virus uitgevoerd; tussen 2012 en 2017.
-
Baumeister, R.F. & Leary, M.R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin 117, 497-529. Dit is de bron die hiervoor gebruikt is.
Tips
- Een familielid van een cliënt die inmiddels overleden is, is gebleven als vrijwilliger en kent hierdoor de groep al goed.
- 's Heeren Loo heeft coördinatoren vrijwilligerswerk die jou en contactpersonen kunnen adviseren en ondersteunen. Zij werken met de netwerkcirkel. En zij hebben ervaring met informele netwerken.
- Wij merken in het contact met verwanten dat dat via whats-app met de werktelefoon ook vaak fantastisch werkt. Ook videobellen doet het goed.
- De ouders van een cliënt organiseerden elk jaar een verjaardagsfeest met de familie. Als cadeau voor de cliënt vroegen zij aan iedereen een afspraak voor een uitstapje of activiteit met de cliënt.
- Zet familienet in. Hier kan je foto's en berichten met elkaar delen. En vragen stellen, levensgeschiedenis invullen, hobby's van bewoners invullen etc. Zo kan je iedereen op een veilige en beschermde manier meer betrekken en op de hoogte houden.
- Het maken van een contactenboek is een aanrader; met foto's en verhaaltjes. Ook kan je invullen wat de band is tussen de bewoner en de verwant of vrijwilliger.