"De begeleiders kennen haar als geen ander"
Elise werd in 1961 geboren als de jongste van drie kinderen. Door zuurstofgebrek bij de geboorte kwam zij op de wereld met meerdere ernstige beperkingen. Elise kon eigenlijk alleen maar liggen en was vaak ernstig ziek. Ze had 24 uur per dag toezicht nodig, en sliep daarom bij haar ouders op de slaapkamer. Uiteindelijk werd de last voor het gezin te zwaar. Op sterk aandringen van de huisarts, gingen haar ouders op zoek naar een andere woonplek voor Elise, hoe moeilijk ze dat ook vonden. Op haar 4e verhuisde Elise naar Druten.
“Dat was heel verdrietig, maar het kon niet anders”, aldus Mariëtte, de zus van Elise. Na de verhuizing van Elise ging het gezin vaak samen bij haar op bezoek. Mariette: “Dan huilde mijn moeder altijd op de terugweg. Voor haar voelde het alsof ze een kind had afgestaan. Maar we werden er wel mee verder geholpen. Want het gaf ook ruimte binnen het gezin. Ik herinner me nog goed dat we een jaar later voor het eerst samen op vakantie gingen.” In de eerste jaren op Boldershof leerden de begeleiders Elise lopen, en ze leerden haar ook om zelf te eten. Mariëtte: “Elise werd hier veel gestimuleerd en is hier echt vooruitgegaan. Je ziet wel dat ze door het ouder worden wat minder mobiel wordt, maar ze kan nog steeds zelf lopen. Soms met een hulpmiddel, maar vaak ook zonder.”
Familie
“Als familie worden we nauw betrokken bij de zorg voor Elise. Als ik op bezoek kom praten ze me altijd bij, en bespreken we de plannen voor de toekomst. En natuurlijk bellen ze als er iets aan de hand is”, vertelt Mariëtte. “Wanneer Elise ziek is bijvoorbeeld, of als er ideeën zijn over andere medicatie. Zo had Elise laatst veel last van stemmingswisselingen. Toen hebben we besloten haar medicijnen te geven, want ik wil niet dat ze somber of verdrietig is. Daar zie ik ook de deskundigheid van de begeleiders in terug: ze kennen haar als geen ander en observeren goed. Vervolgens laten ze ons de verschillende mogelijkheden zien en maken we samen een keuze.”
Wandelen
Elise gaat elke dag naar de ontmoetingsruimte. Mariëtte: “Daar doet ze graag mee aan activiteiten die haar zintuigen prikkelen. Ruiken, luisteren, proeven, voelen, kijken. Ze gaat altijd een beetje aan de rand zitten, zodat ze zelf kan vertrekken wanneer het haar niet meer bevalt. Het allerliefst is ze buiten; ze brengt veel tijd door in de mooie en grote tuin. Als ik op bezoek kom, ga ik graag met Elise wandelen. Je ziet haar dan genieten. Soms gaan we het dorp in, maar het liefst gaan we naar de dijk. Dat is een bijzondere plek voor ons. Toen onze ouders waren overleden, hebben we hun as hier uitgestrooid omdat zij graag dichtbij Elise wilden zijn. Elise zou nergens anders beter kunnen wonen.”