Het loopbaangeluk van Ilona van der Plas "Ik ben geen entertainer"

's Heeren Loo is een organisatie die veel ruimte geeft aan haar medewerkers voor ontwikkeling en groei. Wie wil, kan verder! In de rubriek #loopbaangeluk komen medewerkers aan het woord die tijdens hun loopbaan diverse functies hebben bekleed en daarin een mooie groei hebben gemaakt en zich hebben kunnen ontwikkelen. Deze keer is Ilona van der Plas, avond/nacht & weekendhoofd (ANW) aan het woord. 


“1 december 2000 was mijn eerste werkdag hier. Ik zat nog op school, deed de opleiding SPW. Een vriendin van mij ging hier aan de slag als Berghwerker. Het was helemaal niet mijn intentie om te gaan werken in de gehandicaptenzorg. Ik had al mijn stages gedaan in het speciaal onderwijs. Toch solliciteerde ik bij Berghwerk en…. werd afgewezen. Maar een week later werd ik gebeld dat ik op Giraffelaan 10 mocht gaan werken als vaste weekendkracht. Dat ben ik gaan doen. Iedere zaterdag draaide ik een dagdienst en op zondag een avonddienst en in de vakanties werkte ik extra diensten.Na het behalen van mijn MBO SPW startte ik een nieuwe studie, hbo-pedagogiek. Maar ik was daar toen nog niet aan toe. Ik wilde lekker hard werken en centjes verdienen. Ik ben toen full time aan de slag gegaan op de Giraffelaan. Maar als snel bleek dat dit een groep is waar je als SPW-er niet goed uit de verf komt, vanwege het hoog verpleegkundige karakter van de zorg die wordt gevraagd op de woning.

Tijd voor iets nieuws

Na veel jaren in de groepen te hebben gewerkt, werd ik het groepswerk echt wel een beetje beu. Ik zag dan de ANW-coördinator fietsen en dacht: ‘dat wil ik ook.’ Tijdens het functioneringsgesprek met mijn toenmalige manager kwam dat ter sprake. Ik wilde dan wel een verpleegkundige opleiding gaan doen. Daarvan zei hij: ‘dat mag, maar dan wel HBO!’ Blijkbaar was de tijd voor mij toen wel rijp om een hbo-studie te gaan doen, want inmiddels heb ik deze afgerond. Toen ik daarmee startte ben ik bij ANW gaan werken. Ik begon het eerste jaar als stagiair.Mijn kracht ligt in het verlenen van de wat pittigere zorg. Daar houd ik van. Het onvoorspelbare karakter ligt mij goed.

Rond 2012 hadden we twee jongeren met LVB op de woning waar ik werkte. Het werken met deze jongeren bleek mij te passen. Ik werd toen gevraagd om de nieuwe woning Druivenhof 5 op te starten. Dit werd een jongeren woning. Voor die tijd zaten de LVB jongeren verspreid in diverse woningen op crisisplekken. We starten met jongens en meisjes in één woning. We vlogen externe expertise in, Aafke Scharloo is expert op het gebied van traumaverwerking bij mensen met LVB door seksueel misbruik. Zij heeft meegeholpen aan de vormgeving van de keten zoals hij nu is. Een van haar adviezen was: ‘Ga die jongens en meiden scheiden.’ Zo kwam er een aparte woning voor jongens en voor meiden. Met resultaat! Dit uitte zich in meer veiligheid op de woning, minder spanning bij de jongeren. Ze hadden nog steeds verkering met elkaar, maar konden als ze thuis waren, met andere dingen bezig zijn. De voordeur ging niet zomaar open. Aafke liet ons inzien dat je thuis toch ook niet de voordeur voor iedereen openzet. Dat doe je dus hier ook niet.

Ik ben geen entertainer

Als ik terugkijk ben ik blij met hoe mijn carrière tot nu toe is verlopen. Want ik heb gemerkt dat ik niet goed ben in het entertainen, spelletjes doen, puzzeltjes maken en dergelijke. Terwijl mijn eerste opleiding daar wel op gericht was. Toch heb ik vooraf nooit bedacht dat ik hier, op dit voor mij bekende terrein zou komen werken. Ik kwam als kind hier al iedere zondag al spelen in de grote speeltuin. We kwamen met de hele familie hierheen, namen eten en picknick kleedjes mee. Toch was het nooit in me opgekomen om hier te gaan werken.ANW in een notendopWat mij scherp houdt in dit werk is de diversiteit. Ik ga van schapen omdraaien naar katheteriseren naar een brand. Dat is ANW in een notendop. Ik weet nooit van tevoren wat ik ga doen. Dat vond ik in het begin heel spannend. Want dan gaat het eigenlijk over ‘kan ik het, durf ik het en weet ik me te redden.’ En dat blijk ik wel te kunnen. De diversiteit die mij iedere dag weer uitdaagt. Wat gaan we doen vandaag? Je weet dat nooit vooraf. Dat vind ik het leuke aan ANW zijn.

Tijdens de corona periode raakte ik ook verveeld, iedere dag ging het om hetzelfde. Jezelf uitdagen, zorgen dat je genoeg weet. Niet allen over medische zaken maar ook facilitair bijvoorbeeld. Dat je weet wat jouw toegevoegde waarde en iets kunt toevoegen in situaties. Dat vind ik het allerleukst aan de functie.Het heftigste wat ik heb meegemaakt in alle jaren was de brand op de Druivenhof, zo’n vijf jaar geleden. Ik was daar toen aan het werk, het was een van mijn cliënten die de brand heeft gesticht. Wat dat allemaal teweeg heeft gebracht en wat er allemaal gebeurde vond ik heel heftig. Er waren nog cliënten binnen en die kregen we er niet uit. Het was hopen en bidden dat de brand op tijd geblust werd. Gelukkig liep dat goed af.Als het niet voorspelbaar is voel ik me op mijn best, dan leef ik echt op! Dan ga ik en sta ik vooraan. Dat is de essentie van een ANW-baan. Dat je binnengaat en denkt: wat gaan we hier doen. Ik probeer het niet over te nemen, maar soms moet dat wel. Je probeert altijd naast de medewerkers te staan, het juiste te bieden waardoor zij verder kunnen in hun kracht. Ook telefonisch kan ik wat toevoegen. Door te zeggen: ‘Ik ben er, bel maar als je me nodig hebt.’ Als je dat alleen maar kan bieden, is ook al heel fijn.

Ik zie mezelf hier nog doodgaan zeg ik wel eens. Ik heb het idee dat er nog heel veel is wat ik niet gezien of gedaan heb. Aan de andere kant is het ook mijn eerste baan, ik ben hier nog nooit weggeweest. Moet ik niet een keer buiten deze keuken kijken? Ik heb nog geen concrete plannen of ideeën voor wat ik hier zou willen doen, laat staan buiten ’s Heeren Loo.