Het loopbaangeluk van Mike van der Plas - Ik kijk wat er nodig is

's Heeren Loo is een organisatie die veel ruimte geeft aan haar medewerkers voor ontwikkeling en groei. Wie wil, kan verder! In de rubriek #loopbaangeluk komen medewerkers aan het woord die tijdens hun loopbaan diverse functies hebben bekleed en daarin een mooie groei hebben gemaakt en zich hebben kunnen ontwikkelen. Deze keer aan het woord: Mike van der Plas, PB-er en 'manager' van de soos.

Mike: “In de winter van 2001 heb ik de stoute schoenen aangetrokken en heb ik me bij het hoofdgebouw gemeld met de vraag of er werk voor me was. Ik was opgeleid als timmerman maar bleek allergisch te zijn voor bouwstof. Geen handige combinatie dus. En daarbij kwam dat ik eigenlijk ook graag betekenisvol bezig wilde zijn en serieus werk gaan doen. Twee dagen later kreeg ik een belletje. Kun je over twee weken beginnen? Ik mocht aan de slag op Giraffelaan 7. Een paar dagen voor mijn eerste werkdag, kreeg ik een kaartje thuis van de cliënten. ‘Hé Mike, leuk dat je komt werken. We kijken uit naar jouw komst.’ Ik was tot tranen toe geroerd. Het werken met mijn nieuwe collega’s beviel me direct, ondanks dat het een totaal andere sfeer was dan in de bouw. 

Na twee jaar gewerkt te hebben, ben ik de opleiding SPW-niveau 4 gaan doen. Ik maakte de overstap naar dagbesteding. Dat was beter te combineren met mijn voetbaltrainingen. Na een jaar of 8 liep mijn voetbalcarrière ten einde en ben ik weer naar wonen overgestapt. Dat was op de Trommelhof. Daar hadden we een crisisplek, waar een jongen met een lichte verstandelijke beperking kwam wonen. Bij mij ging het omgaan met hem van nature goed. Dat werd ook door de managers gezien en zij vroegen of ik wilde werken op een LVB-woning. Toen ik daar kwam dacht ik: ‘Wat is dit? Die gasten liggen de hele dag op bed.’ Ik ben met ze in gesprek gegaan, heb ze vragen gesteld zoals ‘waar kom jij je bed voor uit en wat zou jou kunnen motiveren?’

Een gezamenlijk doel 

Ze wilden naast hun wajong-uitkering iets extra’s verdienen. Daar ben ik achteraan gegaan en onze eerste klus was een landje opruimen bij een boer in de omgeving. Het hout en de potgrond die we opruimden mochten we houden en verkopen. Dat deden we. Daarna kregen we de kans om een winkeltje te beginnen in de oude Spar. Dat winkeltje is er nu nog steeds, de Berghshop. Daar ben ik wel trots op! Het is een van de gave dingen die ik heb gedaan. 

Het was echt pionieren, dat zie ik achteraf wel. Toen was het gewoon mijn werk doen. Wat is er nodig voor de jongeren? Dat gaan we doen! Dat pionieren ben ik nu weer aan het doen. Ik ging werken op een meiden woning. In de avond gingen onze bewoonsters naar buiten. Wij zaten binnen, maar daar was geen bewoner te bekennen. Ik ging ze buiten opzoeken. Een nieuw idee ontstond! 
Ik wilde een honk voor de jongeren openen waar ze naartoe konden. We mochten gebruik maken van een ruimte in het Kruispunt. Ik zette een muziekje op en zorgde voor een kopje koffie en hoopte dat de jongeren zouden komen. De eerste avond waren er een stuk of 8. Het begin van de soos! Ik regelde via Martin van de Berghshop een voetbaltafel, een bank, een koelkast en wat meer spulletjes. Maar dit alles stond in een ruimte die niet van ons was. We mochten deze gebruiken. Dat hebben we twee jaar lang gedaan. Gemiddeld bezoeken zo’n 30-40 jongeren per avond de soos. 

Wat de soos zo aantrekkelijk maakt voor de jongeren is dat het echt een fijne en veilige plek is waar de jongeren graag naartoe komen. Soms nemen ze een begeleider mee, soms komen ze alleen. Er is eigenlijk nooit gedonder. Omdat de soos echt in een behoefte voorziet, heb ik me twee jaar lang ingezet voor een eigen officiële ruimte. Ik schreef een brief aan de directie, bleef aanhouden. Het laatste nieuws is dat er nu budget komt. Een tweede groot succes! Dat geeft veel positieve energie!

Drijfveren 

Ik ben dit gaan doen vanuit mijn kracht en talent. Op de woning ben ik nog steeds actief als begeleider. Maar ik kijk ook verder wat nodig is. Voor mij is het normaal en vanzelfsprekend, maar ik mag ook trots zijn op wat er bereikt is. Ik heb er hard voor geknokt om het voor elkaar gekregen. ’s Heeren Loo geeft me ook de ruimte om het te doen. Ik doe dit omdat ik denk dat het algemene belang en het belang van ’s Heeren Loo dient.

Valkuil 

Mijn valkuil is dat ik af en toe te veel hooi op mijn vork neem, dan moet ik even pas op de plaats maken. Ik wil zeker bij de soos betrokken blijven, maar blijf ook PB-er op de woning. Er is nu een team van 6 man die de soos doen. We zijn nu bezig om de soos drie avonden in de week te openen op dinsdag, woensdag en vrijdag. 

Als ik terugkijk op de afgelopen 22 jaar is mijn collega Majella van de Giraffelaan een belangrijke persoon geweest. Ze was vrij kritisch op mij maar ik heb veel van haar geleerd de eerste periode. Ik ben heel erg gegroeid in de tijd dat ik hier werk, ik heb me echt kunnen ontwikkelen. Mijn jeugd was niet probleemloos, ik was best een boefje. Had moeite met autoriteiten, met leerkrachten op school. Ik snap de jongeren vanuit mijn eigen ervaring goed. Ik begrijp heel erg goed wie ze zijn, heb geen oordeel op hun gedrag, ik zie altijd het kleine jongetje of meisje achter het gedrag. Ik kan snel verbinding maken, daarom voelt het voor mij dat ik de juiste persoon op de juiste plek ben. 

Mijn droom voor de toekomst is dat ik mensen wil blijven helpen. Ik hoop dat ik voor bepaalde jongeren het verschil heb kunnen maken. In mijn leven was Marcel van Tol, een jongerenwerker uit Katwijk die bijzondere persoon. Hij heeft me op het juiste pad gebracht. Hij is betekenis vol in mijn leven geweest. Ik zou dit graag ook voor een ander zijn. We zijn allemaal op de wereld om elkaar te helpen en niet om geld te verdienen. Daar geloof ik in. Bij ’s Heeren Loo heb ik de ruimte en mogelijkheden gekregen om mijn kijk op het leven in de praktijk toe te passen door andere mensen te helpen hun leven vorm te geven.”