“Met Paula maken we eerst contact door te blazen”

Als je niets kunt zien en niets kunt horen, hoe maak je dan contact? Voor de begeleiders van Paula, die doofblind is, was dat een enorme zoektocht. "Paula lag het liefst de hele dag op bed. Haar leven was best wel klein. Ze was depressief en bovendien al op leeftijd. Eigenlijk waren we al een beetje afscheid van haar aan het nemen.” Totdat de groep ging verhuizen naar een speciale woning voor doofblinden. “Al na twee dagen zagen we haar opleven.”

Een nieuwbouwwoning met alles er op en eraan. Speciaal ingericht voor doofblinden. Waar de ruimtes groter zijn, de groepen kleiner en de mensen minder dicht op elkaar zitten. Paula verhuisde met de groep. Het team van de groep bestaat uit acht begeleiders die heel goed op elkaar zijn ingespeeld. Simone is al zes jaar persoonlijk begeleider van Paula. Simone: “De eerste dagen hebben we extra personeel ingezet. Er was veel 1-op-1 aandacht. Dat is voor iedereen goed. Bij Paula gebeurde er iets bijzonders. Van hele dagen op bed liggen en in een stoel zitten, stond ze ineens zelf op uit haar stoel. Ze pakte haar knuffel om mee te spelen.”

Structureel meer begeleiding

Het team besloot haar structureel meer begeleiding te geven. Dat kon gelukkig. En die begeleiding werd grondig onderzocht. “Alles wat we deden in het contact met Paula werd gefilmd. Seconde voor seconde keken we terug hoe Paula op ons reageerde en wat we konden verbeteren. Ze schrok bij het wakker worden. Nu blazen we eerst voor we lichamelijk contact maken. Ook blijven we tot we klaar zijn lichamelijk contact houden, bijvoorbeeld knie tegen knie. Want hoe weet je anders of iemand nog contact met je heeft? Wij kunnen dat zien. Zij niet. Deze manier van benaderen helpt Paula omdat het niet meer onverwacht is.”

Ook denkt het team dat de grotere ruimtes eraan bij dragen dat Paula zich beter voelt. “In de oude woning zaten we rolstoel aan rolstoel. Hutjemutje op elkaar. Als je niets ziet, maar wel alles hoort zorgt dat voor veel onrust. Zoals veel lopende cliënten en collega’s. Paula werd op een negatieve manier geprikkeld, want het stoorde haar allemaal. Die onrust is nu weg in het nieuwe huis.”

Tegen de deuren oplopen

Het ging niet meteen allemaal soepel na de verhuizing, vertelt Simone: “In het oude gebouw wist iedereen precies waar hij moest zijn vanwege routine. Hier in het nieuwe pand liepen cliënten ineens tegen deuren op en tegen tafels aan. Zo ontdekten we dat de mensen hier slechter zien dan wij dachten. Hier is de begeleiding na de verhuizing op aangepast.”

Zelf ervaren

Om te ervaren hoe Paula en andere doofblinde cliënten leven, volgde het hele team een training. “Met een bril op en oordoppen zaten we op een stoel, zodat we niets meer konden zien en horen. Net als Paula. We wisten niet voor hoe lang we zo moesten blijven zitten. Hier raakte ik helemaal gedesoriënteerd van. Je denkt steeds: wat gebeurt er om me heen? Op den duur ga je jezelf maar vermaken. Dat zagen we later terug op videobeelden. De een ging tikken, de ander geluiden maken of zijn voeten bewegen. Gewoon om jezelf erbij te houden. Als je dat bij cliënten ziet bestempel je dat al gauw als probleemgedrag, terwijl het eigenlijk heel normaal gedrag is. Ze geven zichzelf op die manier een prikkel. Het leerde ons anders te kijken.”

“In die training moest ik met bril op en oordoppen in naar de gang lopen. Je bent dan heel erg bewust van je eigen lichaam. Ook wanneer iemand je aanraakt. En moet je nagaan door hoeveel verschillende mensen je als doofblinde wordt aangeraakt, ook al heb je een vast team. Structuur is daarom belangrijk om veiligheid te bieden. We denken wel dat ze ons herkennen op basis van andere zintuigen zoals geur.”

Medicatie afbouwen

Nu de verhuizing zo goed was verlopen en Paula een stuk beter in haar vel zat, besloot het team nog een stap verder te gaan. Paula kreeg medicatie om haar stemming te verbeteren. Maar het team dacht dat ze misschien ook wel zonder die medicatie kon. “Een moeilijke beslissing, want het ging nu zo goed met haar. We wilden niet dat ze een terugval zou krijgen. Maar we namen het risico, want hoe minder medicatie hoe beter. Milligrammetje voor milligrammetje hebben we het afgebouwd. Met succes. Ze is eigenlijk is ze net zo vrolijk gebleven.”

Gerelateerde items