Mieke van Hek werkt als begeleider bij Perenhout 16. Met journalist Ed Brouwer van het Noordhollands Dagblad ging zij in gesprek over haar vrijwilligerswerk in Sri Lanka en hoe zij dit combineert met haar werk. Op dinsdag 31 juli heeft dit artikel in de krant gestaan. Heb je het gemist? Lees dan hier haar verhaal.
Al haar vakantiedagen en overwerkuren spaart Mieke van Hek (61) op om vrijwilligerswerk te kunnen doen in een jongenstehuis op Sri Lanka. 8.438 kilometer van huis in Julianadorp is ze, in de ruim tien jaar dat zij in Maggona de handen uit de mouwen steekt, een bekende verschijning geworden. Haar verhaal is de laatste van de drieluik over voluntourisme, vrijwilligerswerk combineren met vakantie.
Vertel eens over dat jongenstehuis
“Don Bosco’s Boys Home is geen weeshuis maar een tehuis met momenteel zo’n zestig jongens tussen vier en achttien jaar, dat wordt gerund door Franciscaner broeders, de meesten Tamils. Het zijn niet allemaal weeskinderen, maar veelal jongens die worden geplaatst door de rechtbank of jeugdzorg omdat de huiselijke situatie niet goed is of omdat ze zelf iets gedaan hebben dat niet door de beugel kan. Soms omdat een ouder lange tijd in het buitenland gaat werken of een moeder geen andere uitweg meer ziet als ze zelf niet voor haar kinderen kan zorgen. De Srilankaanse overheid betaalt het tehuis een heel klein bedrag per kind wat zij daar plaatsen, omgerekend nog geen 30 cent per dag. Daarvan moeten 3 maaltijden, kleding, schoolspullen en schooluniformen en medicijnen van betaald worden. Voor de overige kinderen krijgen ze niets.”
Waaruit bestaat uw vrijwilligerswerk?
“Ik ben ooit begonnen met hele dagen huishoudelijk werk om iemand in het tehuis te helpen tijdens de uren dat de jongens op school zijn, maar geen dingen waarmee de lokale bevolking z’n boterham kan verdienen. Dat moet je niet doen.”
Hoe verloopt de communicatie met de Sri Lankanen?
“Voornamelijk in het Engels, maar ook dat verstaan de jongens bijna niet, dus ik moet het vooral hebben van gezichtsuitdrukkingen en gebarentaal en de paar Singalese woordjes die ik in de loop der jaren heb opgepikt. Het is een heel lastige taal en ik heb in Nederland niemand om mee te oefenen, want Sri Lankanen bij ons zijn vooral Tamils, geen Singalezen.”
Wat betekent u voor die jongens, een moederfiguur
“Ja, ik denk het wel. Ik ben niet meer van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan het werk, dat staat m’n lijf niet meer toe, het is vooral er de hele tijd voor ze zíjn. Ik schep bv het eten op tijdens de lunch of avondeten. Ik troost ze als ze pijn of verdriet hebben. De hele dag door komen de jongens naar me toe. Ze willen een praatje maken, iets laten zien en vaak ook even lijfelijk contact. Ze zitten ook steeds aan m’n haar.”
“Met een vrouw is dat toch anders dan met die broeders ook al doen die ontzettend hun best. Helpen met huiswerk, dat gaat niet, maar ik kan wat met ze spelen, zingen of helpen met handvaardigheid. Ik heb bv geholpen met boeken kaften voor het in april begonnen schooljaar. Het is dus vooral er zijn. Leuke dingen voor ze organiseren en uitzoeken waaraan ik het geld, dat ik vanuit Nederland meebreng, het nuttigst kan besteden.”
Noem eens wat?
“Dingen waar op dat moment behoefte aan is. Muskietennetten, schoolspullen, een wasmachine, een waterkoker, instrumenten voor de muziekband, sportspullen. Kleine huisdieren om voor te zorgen en knuffelen. Ik heb ooit een computerlokaal gemaakt met zeven computers en met mijn sponsorgeld betaal ik elk jaar het salaris van de computerlerares. Als m’n budget het nog toelaat ga ik de computers moderniseren. Daarnaast heb ik net voor de zoveelste keer het speeltuintje opgeknapt, wat nodig is met zestig kinderen die nergens voorzichtig mee zijn. Ik huur soms een bus voor tripjes, koop eens tussendoor een ijsje en ik hou ook elk jaar een waterballonnengevecht - prachtig vinden ze het dat ze ons en elkaar nat mogen gooien. En ik regel ieder jaar een dj-partij, want de jongens vinden het heerlijk om gek te doen en te dansen op muziek. Ze zijn allemaal gek op cricket spelen en sinds vorig jaar hebben we een allesbeslissende wedstrijd in het laatste weekend dat ik er ben waarbij de winnende ploeg een echte trofee krijgt en de 3 beste spelers van de wedstrijd een medaille. Ook verzorg ik op mijn laatste zondag altijd de Everybody Birthday-party. Dan zingen we voor elkaar en vieren we met drie mooie grote taarten en wat lekkers te drinken in één keer alle verjaardagen, want daar wordt verder niet zo veel mee gedaan. Dan is het toch even feest.”
Dat klinkt wel als een lieve moeder die eens per jaar op bezoek komt...
“Haha, ja, dat is het misschien ook wel. Ook als jongens al uit het tehuis zijn, komen ze even terug en gedag zeggen als ze horen dat ik er weer ben. Sommige jongens noemen me ook ‘sudu amma', dat betekent witte moeder.
In het dorp zijn ze gewend aan die witte vrouw. Het is vaak zwaaien, dat geeft me beetje een Beatrixgevoel. Ik word ook wel eens bij mensen thuis uitgenodigd. Al is het dan veel handen- en voetenwerk, vanwege de taal, ze vinden het leuk dat ik kom.”
Hoe bent u hier destijds mee begonnen?
“Ik was hier in 2010 met mijn man op vakantie, een rondreis, en op het vliegveld wilde ik niet terug naar Nederland. M’n keel zat dicht, ik moest eigenlijk huilen maar kon niet benoemen waarom. Dat vond ik zelf ook heel vreemd. In Nederland ging het niet meer uit m’n hoofd en m’n hart. Ik denk dat ik verliefd geworden was op het land en de mensen. Ik wilde het jaar erop terug, maar m’n man zei nee. Hij wilde ergens anders heen en daarmee was de kous eigenlijk af. Daar probeerde ik me bij neer te leggen, maar dat lukte niet. Toen ben ik gaan uitzoeken wat ik op Sri Lanka voor de mensen zou kunnen doen en dit was een voorbeeld. Het bevalt heel goed, maar je moet je natuurlijk wel verdiepen in de cultuur en je aanpassen aan de normen en waarden – bv zorgen dat je er niet onfatsoenlijk bijloopt.”
En hoe is het met uw man afgelopen?
“Haha, die is inmiddels niet meer m’n man.”
Hoe organiseert u dit en heeft u geen behoefte vakantie te gebruiken om uit te rusten?
“Meestal ga ik zes tot acht weken, maar nu wilde ik kijken hoe ik het vind om er drie maanden te zijn, ook met het oog op de toekomst als ik niet meer hoef te werken en vaker een poos zou kunnen gaan. Helemaal weg uit Nederland zou ik alleen niet willen, want ik stel m’n leven en m’n leuke netwerk hier ook op prijs, dat wil ik zou houden. Ik werk als begeleider in de gehandicaptenzorg op Noorderhaven ’s Heeren Loo. Daar staan ze nog steeds heel welwillend tegenover mijn langere verlof. Ik werk altijd uren extra en heb hiervoor ook wat onbetaald verlof opgenomen. Maar ontspannen, wat trips maken, vrienden in het land opzoeken, doe ik zeker ook.”
Wat betekent dit vrijwilligerswerk voor uzelf?
“Mij verrijkt het enorm aan ervaringen, aan groei van mezelf. Dat is met geen geld te betalen.”
Wil je meehelpen?
“Gedurende de tijd dat ik bij het tehuis ben, verblijf ik in een huis een stukje verderop in de straat. Dit huis en de grond waarop het staat is eigendom van het tehuis, maar zij hebben niet de middelen om het te onderhouden of reparaties uit te voeren die echt nodig zijn.
Daarom ben ik, samen met een andere vrijwilliger, een project gestart om geld op te halen voor de reparaties van dit gebouw. Dan kunnen we in de toekomst weer onderdak kan bieden aan eventuele nieuwe vrijwilligers. Of het dient als een kleine Airbnb, waarmee we inkomsten genereren voor het tehuis, het onderhoud en de jongens.
Wil je ook bijdragen? Ga dan naar de GoFundMe-pagina.