“Na seksueel misbruik staat de stressreactie altijd aan”

Hoe kan psychomotorische therapie (PMT) helpen bij een seksueel trauma? Daar doet vaktherapeut Marieke Leeflang promotieonderzoek naar. Doel van het onderzoek: nagaan wat het effect is van de relatief nieuwe PMT-module ‘Veilig en Sterk’ op de klachten en doelen van cliënten met een LVB die seksueel misbruik hebben meegemaakt. Marieke: “Na seksueel misbruik staat de stressreactie altijd aan. Wij werken er aan dat dit meer beheersbaar wordt.”

“Je kunt je voorstellen dat als je seksueel misbruik hebt meegemaakt, dat erover ontzettend veel grenzen is gegaan. Dat kan veel klachten opleveren. Ook klachten die je in eerste instantie niet koppelt aan seksueel misbruik. In de afgelopen 20 jaar dat ik werkte als vaktherapeut ben ik veel mensen tegengekomen die seksueel misbruik hebben meegemaakt. Als je naar de cijfers kijkt overkomt het mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) drie keer zo vaak als mensen zonder verstandelijke beperking. Er heerst een groot taboe op. Mensen schamen zich of voelen zich schuldig. Dus wordt er niet altijd over gesproken. En soms weet iemand niet eens dat wat er is gebeurd onder misbruik valt. Inmiddels ben ik er alerter op en vraag ik er altijd naar.

Wat je merkt is dat sommigen het heel ingewikkeld vinden als ze worden aangeraakt. Ze zijn angstig en er is veel spanning in het lijf. Daar kunnen allerlei problemen door ontstaan. Op relationeel vlak, in het aangeven van grenzen en wensen, maar ook in het aanvoelen van het eigen lijf. Dat je helemaal niet meer voelt wat vind ik nou wel en niet fijn. Dan voelen ze zich soms afgesloten van hun lijf. Door lichaamsgericht te werken met psychomotorische therapie, kan je die problemen behandelen.

Onderzoek naar PMT

Er is al best veel onderzoek gedaan naar traumaverwerking, maar er is nog weinig gekeken naar de effecten van PMT. Met een aantal experts hebben we daarom opgeschreven wat we al jaren doen bij PMT en dit onderbouwd met literatuur. Daar is de module ‘Veilig en Sterk’ uit ontstaan. De module testen we nu met een aantal therapeuten en we volgen de cliënten die hieraan meedoen.

Na een pilot zijn we dit jaar gestart met een vervolgstudie. Alle inzichten en ervaringen uit de pilot nemen we hierin mee. Wat in de vervolgstudie nieuw is, is dat we niet alleen aan de cliënt vragen hoe het gaat, maar ook aan hun vaste begeleider en hun naaste. We willen het systeem nog meer meenemen in de behandeling. Van een uurtje therapie word je niet altijd beter. Maar als het lukt om de therapie ook thuis toe te passen, heeft therapie veel meer effect. Het helpt als mensen om jou heen snappen wat je hebt geleerd, hoe het met je gaat en wat er met je gebeurt.
Daarnaast helpt het als mensen om je heen meekijken. Het is een andere soort observatie om te zien hoe het met iemand gaat. We geloven dat de interventie dan nog beter kan landen en meer effect heeft.

Cliënt kiest zelf het doel van therapie


De cliënt geeft zelf aan waar hij verandering in wil. Hij stelt zelf een doel. Dat kan zijn: beter nee leren zeggen, beter kunnen slapen of minder last hebben van spanningen. Elk gesprek komt het doel opnieuw ter sprake. En meten we op meerdere momenten of er verandering plaatsvindt. Na de behandeling meten we ook of de verandering blijvend is.

(tekst gaat verder onder de foto)

Veiligheid voorop

In de nieuwe manier van behandelen staat veiligheid voorop. Pas als je je veilig voelt, kan je ergens aan gaan werken. Vroeger wisten we nog weinig van trauma en gingen we meteen aan de slag met het weerbaar maken van mensen. Of het leren nee zeggen. Maar nee zeggen kan pas vanuit een veilige situatie. Als je systeem al op tilt is geslagen, dan kan je niet meer goed nadenken. Dan zit de stress in je lijf. Je wordt overvallen door emoties en dan is het heel lastig om nog nee te zeggen. Je eerst veilig voelen is daarom belangrijker geworden.

Erkende interventie

Ik wil met dit onderzoek bewijzen dat PMT werkt. We hebben hier nu te weinig voor op papier. En dat is belangrijk voor mensen die keuzes maken voor therapie. Ik geloof er echt in dat je ook het lijf moet meenemen in traumabehandeling. Natuurlijk werken cognitieve therapieën ook, maar het helpt veel beter als we dit naast lichaamstherapie doen. Mijn droom is dat deze module die we hebben ontwikkeld niet alleen binnen maar ook buiten ’s Heeren Loo ingezet gaat worden. Dat het een erkende interventie wordt. Juist voor deze doelgroep, omdat je hen op een andere manier moet benaderen. Eenvoudig en op een individuele manier. Je moet meer je best doen om het te vertalen naar een manier waarop iemand met een LVB er iets aan heeft. Dat vind ik zowel een uitdaging als iets bijzonders.”

*Dit onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Viveon (academische werkplaats VU en 's Heeren Loo) en het Lectoraat Bewegen Gezondheid en Welzijn van Hogeschool Zwolle.
https://www.windesheim.nl/onde...
https://www.viveon.nl/projecte...


Gerelateerde items