Wie zegt dat je niet meer met poppen kan spelen als je volwassen bent? Begeleider Ciska neemt haar handpoppen regelmatig mee naar het werk, de naschoolse opvang, en gaat via de poppen in gesprek met kinderen en jongeren. Daarnaast maakt ze gebruik van verschillende verteltechnieken en storytelling. “Er komt makkelijker een gesprek op gang. Een pop kan kind met de kinderen zijn.”
Ciska staat bekend als een creatieve en theatrale collega. Iemand die graag improviseert en echt de gangmaker is van de opvang. Ooit had ze een kinderboekenwinkel, waar ze ook poppen verkocht. Daar ontstond haar liefde voor verhalen vertellen. “Het viel me op dat ik via mijn poppen zo snel contact kreeg met kinderen. Dat vond ik heel bijzonder. Vervolgens ben ik gaan onderzoeken op welke manieren ik nog meer kan communiceren. Al vrij snel had ik door dat ik met het vertellen van verhalen en met poppen veel kan bereiken. Ook bij cliënten, want niet iedereen kan zoveel taal aan. Na het lezen van vele boeken, kwam ik terecht bij de Vertelacademie, waar ik een studie ging volgen. Zo kwam ik in een soort stroomversnelling terecht, je leert daar zoveel. Met verhalen kan je niet alleen iemand vermaken, maar je kan iemand ook iets leren. Dat probeer ik dan ook veel uit in mijn werk als begeleider, eerst met kinderen en nu bij een naschoolse opvang voor pubers.”
Broken Window
“Onlangs was de televisie bij ons op de groep kapotgegaan. Toch wel een belangrijk item voor pubers. Iemand had hem weer aan de praat gekregen, maar er zat nog wel een barst in. Vervolgens gooide een van de tieners een afstandsbediening tegen het scherm en was hij helemaal kapot. Helaas zitten we met onze groep niet in een hele mooie ruimte, maar als je steeds dingen stukmaakt, wordt het er ook niet beter op. Het nodigt juist uit om nog meer kapot te maken. Dit noemen ze ook wel het Broken Window principe. Ik heb dat aan tafel verteld, want ik dacht, ik moet dit ombuigen."
"Ik vertelde een verhaal vanuit het perspectief van een parkeerplaats. Een heel mooi, schoon parkeerplaatsje. Die echt heel trots was op zichzelf. Tot er op een dag een man kwam in een hele dure auto, die een papiertje uit het raam gooide. De parkeerplaats was niet blij, want daarna kwamen er kinderen die ook hun rotzooi op straat gooiden. Dat ging van kwaad tot erger. Het parkeerplaatsje zag er na een tijdje niet meer uit en was diepongelukkig. Door alle troep wilden de winkels bovendien niet meer blijven in deze straat. De buurt raakte verpauperd. Nog voordat ik klaar was met vertellen, legden de pubers een link met de tv die kapot was gegaan. Er kwam een gesprek op gang. ‘Als de tv stukgemaakt wordt, wat is dan het volgende? En hoe maken we regels dat dit niet weer gebeurt?’ Dan hoef je als begeleider eigenlijk niet veel meer te doen, want ze gaan zelf met elkaar het gesprek aan. Ze bepaalden nieuwe regels en de dader van het incident werd vergeven. Daarna is er niks meer stukgegaan of kapotgemaakt. Door ze met storytelling een spiegel voor te houden, raakt het hen en raken ze betrokken.”
Het ging niet goed met ze
“Een van de mooiste dingen die ik bij ’s Heeren Loo meemaakte was kort na de eerste lockdown. Voor mij was dat een heftige tijd, want mijn moeder was een van de eerste coronaslachtoffers. De opvang was een aantal weken dicht en de kinderen die ik pas na de lockdown weer zag, waren wezenlijk veranderd. Het ging niet goed met ze. Sommigen hadden last van zenuwtrekjes, anderen waren boos op mij omdat ik er ineens niet meer was. Ik pakte toen een van mijn poppen uit de kast die daar tijdens de lockdown was blijven liggen, Drago de Draak."
"Er was in mijn afwezigheid mee gespeeld en hij was helemaal vies. Ook was zijn oor gescheurd. Niet leuk, want zo’n pop is vrij duur. Ik stak mijn hand in de pop en begon tegen mezelf te praten. ‘Maar waar was jij nou ineens? Ik ben best boos op jou. Ik ben helemaal vies geworden en mijn oor is stuk.’ De kinderen waren ook boos en herkenden zich in Drago de Draak. Zo kwam het gesprek op gang. De kinderen kwamen al gauw met een oplossing: Drago moest naar de poppendokter en had heel veel knuffels nodig. Een pop is laagdrempelig en kan kind met de kinderen zijn. Dat vind ik prachtig!”
Blij koppie
“Werken in de gehandicaptenzorg is keimoeilijk, het is geen makkelijke baan. Maar deze doelgroep is zo ontwapenend. Het is echt what you see is what you get. Ik heb geluk dat ik mag doen wat ik leuk vind. Dat ik mijn werk als begeleider mag doen samen met mijn poppen en alle verhaaltechnieken. Al heb je daar wel een beetje lef voor nodig.
Het grote verschil tussen mij en een speltherapeut is dat ik niet werk met een behandelplan. Ik ben er niet om te werken aan een probleem. Mijn werk zit hem in de kleine verdrietjes en de grote vreugdes tijdens het kringgesprek. Ik beleef met de kinderen avonturen tijdens de dagelijkse dingen van het leven. Als ik dan zie hoe ik kinderen hiermee kan laten groeien, ze kan en mag helpen bij een zelfgekozen leven en dat ze gelukkig zijn…ja daar doe ik alles voor. Mijn voldoening is een blij koppie.”