Esther Bisschops verzorgde drie presentaties tijdens het IASSID 2024 congress in Chicago. Daarin stond implementatie centraal.
Presentaties
"From research to practice and vice versa: Academic Collaboratives to promote collaboration, knowledge exchange, and implementation in the ID care sector in the Netherlands"
Met Natascha Biervliet en Masha Nägele van de Academische Werkplaats Sterker op Eigen Benen en Marieke Wouters van de Academische Werkplaats GOUD verzorgde Esther een symposium: “From research to practice and vice versa: Academic Collaboratives to promote collaboration, knowledge exchange, and implementation in the ID care sector in the Netherlands.” In het symposium stond de samenwerking tussen onderzoekers en mensen uit de praktijk centraal. In Nederland hebben we deze samenwerking vormgegeven in zes gesubsidieerde Academische Werkplaatsen, waarvan Viveon (samenwerking tussen de VU Amsterdam en ’s Heeren Loo) er één is. Door deze samenwerkingsverbanden lukt het steeds beter om met onderzoek aan te sluiten bij de praktijk. En om mensen uit de praktijk zelf onderzoek te laten doen of te betrekken in onderzoek. Esther vertelde over een praktische uitwerking van deze samenwerking in een leerwerkgemeenschap met als thema “Implementatie van methoden voor afbouw onvrijwillige zorg”.
Lees het bijbehorende wetenschappelijke artikel.
"Evaluating a Community-of-Practice as implementation strategy for the Needs Assessment Framework in intellectual disability care: multi-methods study"
Met Marieke Wouters, Maud Klunder en Linda Schumm van Academische Werkplaats GOUD verzorgde Esther het symposium: “Implementation science: bridging the gap between research findings and real-world application of innovations in intellectual disability care”. In dit symposium bespraken zij het belang van zorgvuldige implementatie van kennis, onderzoeksresultaten en nieuwe methoden en behandelingen. Esther hield de presentatie “Evaluating a Community-of-Practice as implementation strategy for the Needs Assessment Framework in intellectual disability care: multi-methods study”.
"Scaling-out the MDET method to reduce involuntary care in intellectual disability care: Effectiveness and experiences"
Met Noud Frielink (Academische Werkplaats Leven met een Verstandelijke Beperking) en Jacqueline van Tuyll van Serooskerken (Viveon) verzorgde Esther tot slot ook nog een symposium over zelfdeterminatie en onvrijwillige zorg. Esther hield de presentatie: “Scaling-out the MDET method to reduce involuntary care in intellectual disability care: Effectiveness and experiences”.
Dit nam Esther mee terug naar Nederland
Op het IASSIDD-congres zijn niet alleen presentaties maar ook ‘rondetafelgesprekken’ over bepaalde thema’s. Esther was bij het rondetafelgesprek van Brenda Frederiks (VUmc) en Petra Björne (Lund University, Sweden) over het vormgeven van het VN Verdrag voor de Rechten van mensen met een Verstandelijke Beperking in de wetgeving in verschillende landen. In Nederland hebben we sinds 2020 de Wet Zorg en Dwang (Wzd) die hierop is gebaseerd.
De verschillen tussen landen als Colombia, Chili, USA, Engeland, Duitsland, Zweden en Nederland blijken groot. In Colombia en Chili wordt het verdrag bijvoorbeeld gebruikt om ‘zorg’ voor mensen met allerlei soorten beperkingen te organiseren in internaten. Dit is gunstig voor de samenleving, omdat mensen met een beperking dan geen overlast veroorzaken. Het is ook gunstig voor henzelf omdat ze in een internaat een bed, een douche en eten en drinken hebben. En niet op straat hoeven te zwerven. De zorg is echter heel karig; er zijn amper begeleiders, verzorgers of behandelaars. Er is geen sprake van zelfbepaling, laat staan van een keuze voor het inrichten van je eigen leven.
In de USA is het Verdrag voor de Rechten van mensen met een Beperking niet ondertekend. De zorg wordt er kleinschalig georganiseerd. In sommige staten is de kwaliteit van zorg heel erg goed, maar in andere niet. In Zweden is het verboden om onvrijwillige zorg en vrijheidsbeperkingen toe te passen. Mensen met moeilijk gedrag, die een gevaar zijn voor zichzelf of voor anderen, mogen dus geen vrijheidsbeperkingen worden opgelegd door de begeleiding. In de praktijk wordt dit echter wel gedaan, om onveilige situaties te voorkomen. Dit wordt niet geregistreerd, en er wordt niet over gesproken aangezien het bij wet verboden is. Dit levert hele ingewikkelde situaties op.
Esther: “Het is goed om ons in Nederland te beseffen dat we eigenlijk heel blij mogen zijn met de Wet Zorg en Dwang (Wzd). Hoewel deze wet zeker valkuilen, nadelen en ingewikkeldheden kent, denk ik dat Nederland met de Wzd een zorgvuldige wetgeving heeft die oprecht het belang van de cliënten vooropstelt. Voor mijn eigen werk is het belangrijk om deze internationale context te kennen, en dit ook over te dragen naar zorgorganisaties.
’s Heeren Loo mag wat mij betreft in scholing over onvrijwillige zorg en de Wzd aan begeleiders meer meegeven over de geschiedenis van de wetgeving voor mensen met een verstandelijke beperking in Nederland. En over vormgeving ervan in andere landen. Ook mag ’s Heeren Loo meer benadrukken dat de Wzd afgeleid is van het Verdrag voor de Rechten van mensen met een Verstandelijke Beperking van de Verenigde Naties. Als zorgprofessionals deze achtergrond en context beter kennen, wordt het volgens mij ook makkelijker om te handelen vanuit de rechten van mensen met een beperking.”
Lees meer over de implementatie van het VN-verdrag.