Delphi-studie naar dynamische testen bij kinderen met een verstandelijke beperking en oproep voor vervolgonderzoek
Ook kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking hebben recht op passend onderwijs, maar dat is soms ingewikkeld. Vaak ontbreekt zicht op wat deze kinderen kunnen leren (hun leerpotentieel) en welke manier van instructie het beste aansluit bij hun onderwijsbehoeften. Dit geldt ook voor het speciaal onderwijs. Standaard intelligentietesten geven hierover onvoldoende bruikbare informatie. Gedragswetenschapper Marja Eding doet promotieonderzoek naar een meer passende testmethode.
Als eerste stap gebruikten onderzoeker Marja Eding (gedragswetenschapper Ermelo en Zwolle) en collega’s een Delphi-studie. Recent verscheen hierover een wetenschappelijke publicatie in de Journal of Research in Special Educational Needs: Dynamic testing of learning potential of children with moderate to severe intellectual disabilities: A Delphi study.
Het einddoel van Marja’s promotieonderzoek is een dynamisch assessment-instrument voor de praktijk om leerpotentieel en leerbehoeften in kaart te brengen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit academische werkplaats Viveon.
Voor het vervolgonderzoek zoekt Marja scholen en orthopedagogische kinderdagcentra met kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking (zie onderaan dit bericht).
Centrale vraag Delphi-studie
De centrale vraag in de Delphi-studie was: wat moeten we veranderen aan de testmethode om een goed beeld te krijgen van het leerpotentieel van kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking in het Nederlandse speciaal onderwijs en de orthopedagogische kinderdagcentra? Bij deze vraag betrok de onderzoeksgroep 37 experts in psychodiagnostiek.
Dynamisch testen
‘Dynamisch testen’ zou een goede testmethode voor de doelgroep kunnen zijn. Tijdens deze testen krijgt een kind training, wat inzicht geeft in het leerproces. Op dit moment is er in Nederland nog geen dynamisch testinstrument voor kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking. Het onderzoek wil daarin gaan voorzien.
Als eerste stap gaven experts hun mening over hoe we leerpotentieel en dynamisch testen voor deze doelgroep in praktijk kunnen brengen. Er was overeenstemming over een definitie van leerpotentieel waarin stap voor stap wordt beschreven hoe leerpotentieel gemeten kan worden. Ook vonden zij het gebruik van leerpotentieel en dynamisch testen van groot belang voor de doelgroep vanwege de meerwaarde ten opzichte van standaard intelligentietesten omdat:
- het een beter beeld geeft van de leermogelijkheden van het kind
- het niet-cognitieve factoren meeneemt, die van invloed zijn op het leren
- het meer handelingsgerichte adviezen geeft voor het onderwijs.
De experts vonden het belangrijk dat de dynamische test zowel kwantitatieve (mate van vooruitgang van een kind) als kwalitatieve (hoe een kind leert, welk type instructie aansluit etc.) uitkomsten oplevert.
Prototype dynamische testinstrument
Als basis voor een prototype van een dynamische test vertaalde de onderzoeksgroep een Zwitserse dynamische test, de Analogical Reasoning Learning Test (ARLT) (Hessels-Schlatter, 2002). We vroegen aan de experts welke aanpassingen nodig zijn voor de doelgroep van het onderzoek. Zij adviseerden aanpassingen in:
- de opbouw van de moeilijkheidsniveaus van de ARLT
- de inhoud en lengte van de trainingsfase
- de gebruikte materialen.
Analoge redeneertaken
De experts vonden dat dynamisch testen met behulp van ‘analoge redeneertaken’ geschikt zou kunnen zijn voor kinderen met een matige verstandelijke beperking. Dat is een type test waarbij je moet redeneren op basis van analogieën, waarbij je de relatie tussen twee zaken moet herkennen en moet toepassen op een andere set van zaken (zie voorbeeld hieronder; welke losse kaart hoort op het bordje?).
De experts vroegen zich echter af of analoog redeneren mogelijk is voor kinderen met een ernstige verstandelijke beperking. Zij adviseerden om verder te onderzoeken welk type instructie deze kinderen helpt om het leren van analoge redeneertaken te ondersteunen.
De resultaten eerste fase onderzoek
Op basis van de uitkomsten van de Delphi-studie is het instrument aangepast en getest bij drie kinderen in een eerste pilot. Daarna zijn nog enkele aanpassingen gedaan. De herziene versie is in een grotere pilot gebruikt bij 20 kinderen. De resultaten worden op dit moment verwerkt en geanalyseerd.
Oproep deelnemers vervolgonderzoek
Voor de verdere ontwikkeling van het instrument en voor het testen in de praktijk, zoekt Marja nog scholen en orthopedagogische kinderdagcentra met kinderen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking.
Bij dit deel van het onderzoek worden filmopnames gemaakt tijdens het afnemen van het instrument bij de kinderen. De uitkomsten worden teruggekoppeld aan de ouders, begeleiders, gedragswetenschappers, leerkrachten en zij vullen een vragenlijst in over hun ervaring en mening.
Interesse om mee te werken?
Neem dan contact op met Marja Eding via marja.eding@sheerenloo.nl. Zij geeft graag meer informatie!