Ze komen uit hetzelfde gezin én zijn ook nog collega’s. In de afgelopen 130 jaar die ’s Heeren Loo bestaat, zien we regelmatig collega’s die uit dezelfde familie komen. Zoals de familie Visscher, waarvan al drie generaties vrouwen zich inzetten voor mensen met een beperking. Ina Visscher-Bouwsema (86), schoondochter Hennie Visscher en (klein)dochters Aniek (22) en Julia (19). Ina Visscher: “Ik vond het een ontzettend leuke tijd om voor de kinderen van ’s Heeren Loo te mogen zorgen.”
In de jaren 50 kwam Ina Visscher van school, maar ze kon niet echt haar draai vinden. Haar moeder kreeg in die tijd een bericht van haar nichtje die werkte op Groot Emaus. “Ze zei dat ze bij ’s Heeren Loo altijd mensen kunnen gebruiken. En daar ging ik als zeventienjarige. Met de trein vanuit Groningen richting Groot Emaus. Op het station stond een fiets voor mij klaar. Het was natuurlijk een heel andere tijd, zonder mobiele telefoons. Het werk was inclusief kost en inwoning. Je kreeg een jurk, een shirt en een kapje. De schoenen en de zwarte kousen moest je zelf betalen. En de eerste zes weken mocht ik niet naar huis. Mijn salaris was 90 gulden, maar dat kon toen ook uit. We hadden er genoeg aan.”
Kinderen van 's Heeren Loo
Ina vond het werk hartstikke leuk. Na een klein uitstapje naar het ziekenhuis van Meppel, kwam ze terug bij ’s Heeren Loo als hoofdzuster. “Ik vond het een ontzettend leuke tijd om voor de kinderen van ’s Heeren Loo te mogen zorgen.” Schoondochter Hennie: “Vroeger noemden ze de cliënten kinderen. Het maakt niet uit hoe oud ze waren.”
Ina: “Na diensttijd gingen we met elkaar op de fiets, naar het dorp om een ijsje te halen. Op een dag fietsten er een paar jongens achter ons aan. Het was gezellig en we maakten een afspraakje. Zo heb ik mijn man leren kennen. In 1960 ben ik getrouwd en toen was het ’s Heeren Loo avontuur voorbij. Zodra je een trouwring droeg, was je klaar met werken. Ik zat hele dagen thuis, terwijl ik ook best kon werken. Ik had niet veel te doen. Mijn huisje schoonmaken, voor mijn man zorgen en boodschappen doen. Maar ik bedoel, dat kan ook wel naast het werk. Ik roep het van ganser harte toe dat vrouwen nu blijven werken als ze getrouwd zijn. Vooral in de gehandicaptenzorg, het is zo’n leuke baan. Als je geen kinderen hebt, is er niets mooiers dan je dagen zo in te vullen.”
Eén groot feest
Ina en haar man kregen kinderen, waaronder een zoon. Hij trouwde met Hennie, die nu als secretaresse in Midden-Nederland werkt. Schoondochter Hennie: “Ik heb mijn hele volwassen leven tegenover ’s Heeren Loo gewoond. Ik ben geboren en getogen in Ermelo en veel van onze buren, vrienden, kennissen werk(t)en bij ’s Heeren Loo. Ik weet niet beter of ’s Heeren Loo is er. Op een dag zag ik een vacature voorbijkomen en heb ik de kans met beide handen aangegrepen. Het eerste kantoor waar ik terechtkwam was een oude badkamer. Je kon de buizen gewoon nog zien zitten. Maar dat kon me helemaal niks schelen. Het was één groot feest om zo’n leuke werkplek te hebben. Vanuit mijn functie had ik regelmatig contact met cliënten, want ik werkte in een gebouw waar cliënten dagbesteding hadden. Dat contact vind ik een meerwaarde. Cliënten zijn zo echt in hun emoties en gedrag. Ik vind het fijn om hen te helpen. Een mens is meer dan het label dat hij heeft gekregen.”
Hennie is enorm trots op haar twee dochters Aniek en Julia, die net als haar en hun oma voor een maatschappelijk betrokken beroep hebben gekozen. Alhoewel ze eerst niks van ’s Heeren Loo wilden weten, werken ze nu beiden als begeleider. De één met kinderen, de ander met ouderen. Nadat Julia de keuze had gemaakt voor de studie MMZ, wist ze dat ze bij ’s Heeren Loo in Ermelo wilde werken. “Ik deed een open sollicitatie en kreeg een baan aangeboden voor een woning in Ermelo. Het mooiste aan mijn werk vind ik dat je de beperking van mensen steeds minder ziet. En dat je samen werkt aan stapjes vooruit, zoals zelfstandig eten. Ik probeer altijd tijd te maken voor een praatje, dat vind ik belangrijk. De dagbestedingsmomenten vind ik het leukst. Even een spelletje met iemand spelen bijvoorbeeld.”
Na werktijd samen terugfietsen
Aniek koos een heel andere opleiding dan haar zus, ecologische pedagogiek. Vooral het werken met jonge kinderen, hen helpen bij hun ontwikkeling, spreekt Aniek aan. Door de connecties van haar moeder kon ze tijdens haar opleiding al snel aan de slag bij het logeerhuis in Nunspeet. Na het afronden van haar opleiding solliciteerde Aniek op een functie in Ermelo en kwam zo op dezelfde locatie te werken als zus Julia. “Ik had nooit gedacht dat mijn zusje en ik dezelfde richting op zouden gaan. We werken nu maar een straat bij elkaar vandaan en kunnen na werktijd samen terugfietsen. Het is fijn om met haar te kunnen praten over werk. Als ik moeilijke situaties meemaak, dan vraag ik haar om advies. Mijn zus staat buiten de situatie, maar kent de doelgroep waarmee ik werk. Doordat we allebei een andere opleiding hebben gedaan, kijken we anders tegen dingen aan. Het is fijn om dit met elkaar te kunnen bespreken, want er zitten best pittige dagen bij.”
Dag en nacht verschil
“Dit werk kost veel energie, maar dit werk kan ook zoveel energie geven. Vooral het gevoel dat je voor iemand van betekenis kunt zijn. Het mooiste vind ik als de vertrouwensrelatie tussen mij en een cliënt toeneemt”, zegt Aniek. “Het zijn soms kleine stapjes, die voor hen heel groot zijn. Ik probeer altijd het kind achter de beperking te zien.”
Oma Ina zou de ‘kinderen van ’s Heeren Loo’ best nog wel eens weer willen zien. Gewoon om even te zien hoe het met hen gaat en hoe het nu gaat op de werkvloer. “Van wat ik hoor van mijn kleindochters is het dag en nacht verschil. Aan de ene kant denk ik, ik zou zo weer willen terug willen. Aan de andere kant denk ik, laat dat maar aan de jonge mensen over.”