Ervarings- en ontwikkelingsgerichte dagbesteding

Ervarings-/ontwikkelingsgerichte dagbesteding is bedoeld voor cliënten met een zeer ernstige verstandelijke of meervoudige beperking. Het aanbod van betekenisvolle en gevarieerde activiteiten is gericht op verdere ontwikkeling van individuele mogelijkheden van de cliënt tot eigen regie in relatie met anderen.

  • Indicatiecriteria:

    • leeftijd: alle leeftijden;
    • ontwikkelingsniveau/IQ: IQ < 20 (ontwikkelingsleeftijd: tot 24 maanden);
    • problematiek: cliënt kan als gevolg van beperking(en) niet deelnemen aan school, gewoon werk, begeleid werk;
    • hulpvraag: zinvolle, stimulerende dagactiviteiten.

    Contra-indicaties:

    • forse gedragsproblematiek met fysieke agressie richting anderen.
  • Hoofddoel:

    • Individuele mogelijkheden van de cliënt tot eigen regie in relatie met anderen (groepsgenoten, verwanten/netwerk, begeleiders) verder ontwikkelen door de cliënt betekenisvolle en gevarieerde activiteiten aan te bieden.

    Subdoelen:

    • de cliënt is actief betrokken bij zijn omgeving;
    • de cliënt voelt zich begrepen;
    • de cliënt voert grofmotorische activiteiten uit;
    • de cliënt heeft interacties met andere cliënten en begeleiders;
    • de cliënt kan keuzes maken (afgestemd op zijn mogelijkheden);
    • de cliënt heeft plezier.

    Hierdoor wordt kwaliteit van leven vergroot, is er een mogelijke afname van probleemgedrag en is de persoon meer betrokken en actief in zijn dagelijks leven.

  • Aard werkzaamheden

    De ervarings-/ontwikkelingsgerichte dagbesteding vindt plaats in groepsverband. Gezien de veelheid aan bijkomende beperkingen (zowel zintuiglijke als gezondheidsproblemen) is een individueel afgestemd aanbod essentieel. De cliënt staat centraal: zijn haar vraag is leidend voor wat geboden wordt wat betreft (werk)activiteiten. Iedere cliënt heeft een individueel programma waarbinnen hij ervaringen op kan doen die bij hem passen en waarin hij zich kan ontwikkelen door middel van het opdoen van succeservaringen. Denk aan activiteiten als (samen) bewegen (bijvoorbeeld fietsen, wandelen, zwemmen en schommelen), creatieve activiteiten (bijvoorbeeld samen schilderen, muziek maken), koken, boodschappen doen, sensopathische activiteiten, snoezelen, massage, enzovoorts.

    De cliënt geeft zelf richting aan zijn werk/de activiteiten (eigen regie). Werk/activiteiten staan in het teken van ontwikkelen of ontplooien van individuele mogelijkheden in relatie met anderen. Het aanbod bestaat uit zinvolle en betekenisvolle (werk)activiteiten. De begeleiders dragen zorg voor variatie, uitdaging, taken en verantwoordelijkheden waarbinnen mee doen, samen doen en zelf doen centraal staan. Activiteiten zijn zintuiglijk, motorisch en/of mentaal van aard waardoor de cliënt op diverse vlakken aangesproken wordt op zijn mogelijkheden en ontwikkelingsbehoefte.

    Binnen het programma is ruimte voor keuzemomenten afgestemd op de mogelijkheden van de cliënt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen, zoals schakelaars, Ipads, Toby, oogbestuurbare computers. Ook eet- en drinkmomenten worden gezien als activiteiten waarbinnen keuzemomenten van belang zijn. Verzorgingsmomenten (ADL) worden ook beschouwd als momenten waarin aan contact, actieve en sturende rol en keuzes gewerkt kan worden. Door al deze activiteiten in een dag/weekprogramma te combineren en variëren ontstaat er een aanbod waarmee de cliënt motorisch, zintuiglijk en mentaal uitgedaagd wordt. Mentale activiteiten sluiten aan bij de al bestaande mogelijkheden van de persoon en de ‘zone van naaste ontwikkeling’. Per persoon kan een activiteit een andere insteek hebben. Bijvoorbeeld muziek maken is voor sommige mensen een meer mentale uitdaging (zelf iets bedienen/actie-reactie teweegbrengen), terwijl het voor anderen een meer zintuiglijke ervaring is.

    Er wordt binnen het dagprogramma gewerkt aan individuele doelen die jaarlijks opgesteld worden tijdens de Planbespreking samen met verwanten en de bij de persoon betrokken disciplines. Doelen worden systematisch geëvalueerd en bijgesteld in MDO’s.

    Werkzame elementen

    Werkzame elementen zijn:

    • het dagprogramma op een gestructureerde manier aanbieden zodat de activiteiten herkenbaar worden, vervolgens voorspelbaar en uiteindelijk beïnvloedbaar voor de cliënt;
    • vanuit een relationele visie op een methodische wijze werken aan het perspectief en hoofddoel van de cliënt. Hierdoor wordt de cliënt steeds beter gekend en raakt het aanbod steeds beter afgestemd op de behoeften van de cliënt. De cliënt wordt een stem gegeven in wat er met en voor hem gebeurt.
    • aandacht hebben voor de signalen van de cliënt, deze van betekenis voorzien, bijvoorbeeld door video-analyses (‘kijk naar wat we zeggen’, video interactie begeleiding, communicatie­paspoort).
    • veilige sfeer, geborgenheid;
    • individuele aandacht;
    • lichaamsgerichte en sensopathische activiteiten gericht op de zintuigen en het lichaam waardoor een cliënt zichzelf en de wereld om zich heen kan ervaren en kan ordenen;
    • begeleiden volgens een vaste, herkenbare begeleidingsstijl, waarmee continuïteit geborgd wordt;
    • begeleiders hebben voldoende kennis van:
      • sensorische integratie en alertheidsfases;
      • basale stimulatie;
      • gezondheidsproblemen die veel voorkomen;
      • pijnsignalering bij deze cliënten;
      • uitnodigende materialen (denk aan kleur, vorm, textuur, ergonomisch, makkelijk bedienbaar).

    Betrokkenheid ouders en andere personen uit het sociale netwerk

    Ouders/verwanten bepalen samen met professionals het perspectief en hoofddoel voor de cliënt. Zij leveren ook informatie aan t.b.v. de beeldvorming van de cliënt. Er is regelmatig overleg tussen dagbesteding/ouders en verwanten over de voortgang van de doelen. Wanneer een cliënt niet thuis woont, is er ook regelmatig overleg met de persoonlijk begeleider van de woning over de voortgang van de doelen. Ook kunnen ouders/verwanten actief betrokken zijn bij de uitvoering van dagbestedingsactiviteiten.

    Specifieke aanpassingen voor de omschreven doelgroep(en)

    De doelgroep die deze vorm van dagbesteding volgt is vaak extra kwetsbaar gezien de vele, op elkaar van invloed zijnde, beperkingen. Er is vaak sprake van diverse (geestelijke) gezondheidsproblemen (epilepsie, obstipatie, internaliserende gedragsproblemen, vergroeiingen, eet- en drink problemen etc.). Het is daarom van belang dat er interdisciplinair gewerkt wordt (betrokkenheid medische en paramedische diensten).

    Duur, frequentie en vorm van de interventie

    Afhankelijk van de zorg- en begeleidingsvraag bestaat een dagbestedingsgroep gemiddeld uit 6 á 7 jeugdigen of 8 á 10 volwassenen (met 2 begeleiders). Per dag(deel) kan het aantal aanwezige personen variëren.

    De ervarings-/ontwikkelingsgerichte dagbesteding kan in dagdelen afgenomen worden. Er kan maximaal gebruik gemaakt worden van 10 dagdelen, maandag tot en met vrijdag. Hoeveel dagdelen iemand gebruik maakt van dagbesteding hangt af van individuele mogelijkheden waarbij lichamelijke kwetsbaarheid bijvoorbeeld een contra-indicatie is om geen 10 dagdelen te komen.

    Tijdsinvestering van de professional(s)

    De begeleiders zijn aan het werk tussen 8.30/9.00 en 17.00 uur. Begeleiders hebben tijd om werkdoelen op te stellen, te rapporteren en te evalueren. Daarnaast maken zij deel uit van MDO’s.

    Gemiddeld werken begeleiders 7 tot 7,5 uur per dag waarvan 7 uur deelnemers aanwezig zijn. Overige tijd is voor overheadtaken voor taken hierboven omschreven.

    Functies binnen dagbesteding zijn;

    Persoonlijk begeleider, FWG 40/45

    Begeleider C, FWG 35/40

    Begeleider B, FWG 30/35

    Per team zal wisselen wat de samenstelling van functies is, afgestemd op zorgvraag en begeleidingsbehoefte binnen de groep.

  • Gebaseerd op / bewerking van:

    De dagbesteding wordt vormgegeven volgens de uitgangspunten van Perspectief (ondersteuningsprogramma van Vlaskamp) of het PACT. Daarnaast kan men gebruik maken van elementen uit onder andere Ervaar het Maar en LACCS.

    • Hiemstra, S., Wiersma, L. & Vlaskamp, C. (2005). Het Persoonlijk ActiveringsProgramma. http://www.kennispleingehandicaptensector.nl/gehandicaptenzorg/Product-PAct-Het-Persoonlijk-Activeringsprogramma.html
    • Vlaskamp, C., Poppes, P., & Zijlstra, R. (2005). Levensloop in perspectief. Over volwassenen met zeer ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Assen: Van Gorcum.
    • Zijlstra, R., Vlaskamp, C., & Poppes, P. (2005). Met zorg vernieuwen. Handreiking voor een succesvolle implementatie van het opvoedings-/ondersteuningsprogramma. Assen: Van Gorcum.
    • Koeleman, T. (2001). ‘Ervaar het maar’. Een methodische werkwijze voor stimulering van motoriek, zintuigen en communicatie in de begeleiding van mensen met een ernstig meervoudige handicap. Zutphen: Koeleman, 2001.
    • van der Putten, A. A., Bossink, L. W., Frans, N., Houwen, S., & Vlaskamp, C. (2017). Motor activation in people with profound intellectual and multiple disabilities in daily practice. Journal of Intellectual & Developmental Disability, 42(1), 1-11.
    • van Alphen, L., Waninge, A., & van der Putten, A. (2016). Promoting physical activity participation among people with profound intellectual and multiple disabilities: An overview of practice-based knowledge. Journal of Intellectual Disability Research, 60(7), 755.

    Effectiviteit

    Er is geen onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het volgen van ervarings-/ontwikkelingsgerichte dagbesteding. Wel is uitgebreid onderzoek gedaan naar de effectiviteit van perspectief (opvoedings-/ondersteuningsprogramma) en deze werkwijze is effectief bevonden (http://www.vilans.nl/dei/Publicatie-beschrijving-site-opvoedings-ondersteuningsprogramma-OOP.pdf.). Door het werken met Perspectief is het mogelijk om N=1 studies uit te voeren op cliënt niveau naar de effecten van het aanbod en zien we in de praktijk dat dit type dagbesteding leidt tot het beter kennen van de cliënt en meer regie van de cliënt.

    • Vlaskamp, Poppes en Van der Putten (2015), Databank interventies langdurende zorg: beschrijving Opvoedings-/ondersteuningsprogramma voor mensen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen. Utrecht: Vilans.
    • Vlaskamp, C. & Putten, van der, A. (2009). Focus on interaction: the effectiveness of an Individualized Support program for persons with profound intellectual and multiple disabilities. Research in Developmental Disabilities, 30, 873-883.

    Individuele ontwikkelingsdoelen van deelnemers worden jaarlijks geevalueerd tijdens de Planbespreking en tussendoor tijdens MDO’s. Hierin wordt ook clienttevredenheid gemeten. Het netwerk/systeem van de deelnemer is hierbij betrokken en vertegenwoordigt de deelnemer hierin.



Locaties

Filters

Cliëntgroep
Leeftijd
Cognitief niveau
Sociaal-emotioneel niveau
Begeleidingsintensiteit
Type nachtzorg
Type dagbesteding
Specifieke kennis en kunde
Aantal gevonden locaties: 60